Door de doop worden we kind van God, broeder en zuster van Jezus Christus, lid van de Kerk die Hij heeft gesticht. Vaak ontvangen we het doopsel al als kind, maar ook volwassenen kunnen zich laten dopen. In zekere zin heeft dat voordelen: een volwassene maakt zelf de keuze om bij Christus en zijn Kerk te horen. Daar gaat soms een lange weg van geloofsgroei aan vooraf, die voor iedereen verschillend is.
Het is een goede gewoonte dat een volwassene wordt gedoopt in de Paasnacht. In de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis was dit bij uitstek het moment waarop mensen het doopsel ontvingen. Het is de nacht waarin we vieren dat Jezus uit de dood is verrezen en ons toegang tot het eeuwig leven heeft gegeven. Tegelijk met het doopsel ontvangt de nieuwe christen het sacrament van het vormsel, oftewel de gave van de heilige Geest. Ook neemt hij of zij voor het eerst ten volle deel aan de viering van de eucharistie door ter communie te gaan. Aan de ontvangst van deze drie sacramenten gaat gewoonlijk een periode van catechese en geloofsverdieping vooraf.
Iemand die in een andere christelijke Kerk gedoopt is (bijvoorbeeld een protestantse of een oosters-katholieke Kerk) hoeft niet opnieuw gedoopt te worden om lid te worden van de katholieke Kerk. Meestal erkennen de Kerken elkaars doopsel. De opname in de katholieke Kerk geschiedt dan door het toedienen van het vormsel en de deelname aan de eucharistie. Ook hierbij geldt vaak een periode van geloofsgroei, onderricht en gesprek.

Wilt u meer weten over de mogelijkheid om als volwassene katholiek te worden?
Neem contact op met pastoor Marc Lindeijer SJ of een van de andere leden van het pastoraal team

designed by PJM Rademakers